Code Rood: het politiegeweld
Door Marco Dijkstra
Code Rood heeft mijn wereldbeeld veranderd, op meerdere manieren. De eerste verandering heeft te maken met datgene waarover jullie me allemaal wilden spreken: het godvergeten politiegeweld. Mijn volgende blog zal gaan over de macht van mooie mensen, wat gelukkig toch de hoofdmoot is van mijn Code Rood-ervaring, maar vandaag besteed ik mijn woorden aan de lelijkheid van staatsgeweld, dan hebben we dat maar gehad.
Want nee, ik had niet verwacht dat in Nederland politieknuppels met stokken zouden inslaan op vredelievende mensen, omdat ze te dicht bij een hek zitten. Het hek van de NAM, waar alle mensen die meededen met de actie in een gezamenlijke vergadering publiekelijk hadden beloofd niet overheen te klimmen. Naïef als ik was, staarde ik me blind op de mens onder het petje. “Het blijven mensen, als wij eensgezind en gedisciplineerd blijven in onze afgesproken geweldloosheid zullen ze ons heus niet slaan”, ik verkondigde het zelfs nog toen we op zondagmorgen quasi-lollig onze koffiekoppen klonken op het 140e (!) politievoertuig dat stapvoets onze welkomsttent voorbijreed. De actie zelf was nog niet eens begonnen, er was een lezingfestival en achter mij zongen enkele honderden blommenkinders “we’re gonna rise up, rise up till it’s won” met zoetgevooisde stemmen, en aten pannenkoekjes op donatiebasis.
“Zij staan hier evengoed voor de veiligheid van Groningers”, zei ik al minder overtuigd nadat er vier actievoerders waren opgepakt ‘op verdenking van een gestolen fiets’, die niet gestolen bleek. ‘Reguliere controle van papieren’ bij familieleden van prominente actievoerders uit de regio, hinderlijk gebabbel vanuit stapvoets-rijdende politiebusje wanneer je een eindje ging fietsen, de aanwezigheid van politiepaarden, -honden en arrestatieteams vanuit de Randstad en vooral de harde Haagse koppen van de slechtvermomde agenten in burger die op het actieterrein bleven filmen, maakten dat ik tijdens de blokkade het geloof in hun geweldloosheid opgaf. “De lokale politie is maandenlang bang gemaakt”, vertelde een omwonende die zelf contacten heeft in het korps van Delfzijl. Toen een Groningse bekende van me, kapotgetreiterd door de NAM, meermaals zonder aanleiding werd gepord en geduwd door de politie en toen uniformpjes “zo die hebben er zin in” lachten over hun luid blaffende honden, wist ik dat we werden uitgelokt.
Maar nog altijd kan ik niet werkelijk bevatten dat de Nederlandse politie inslaat (pas op, heftige beelden!) op zittende mensen . We zongen Joni Mitchel-liedjes, for earth’s sake! Er kwamen net meer dan honderd mensen vanuit Delfzijl aangelopen, met knuffels en doekjes, om hun steun te betuigen aan de blokkade. De demonstranten zongen “when the people rise up, the power comes down”, maar durfden niet te vermoeden hoe letterlijk dat was.
Inmiddels is het besef ingezonken. De politie wordt ingezet om de macht te beschermen, niet de burgers. Een linie van agenten rondom het bezit van de grootste schurken van ons land is exemplarisch, zo pijnlijk visueel. “They try to stop us, but we keep coming back”, zingen we, net zolang tot de mensen weer zelf de macht hebben. Dan moet de politie ons wel beschermen.
En om af te sluiten met een positieve noot: “Eerst negeren ze je, dan ridiculiseren ze, daarna bevechten ze je en dan win je”, zo luidt het cliché en de meeste clichés zijn waar. Blijkbaar zijn we als beweging voor eerlijke, schone en decentrale energie al behoorlijk dicht bij de overwinning. Dus: kop d’r veur en aan de slag!