In ING’s nieuwe beleid staan twee belangrijke punten: Voor het eerst sluit ING de financiering uit voor een kleine groep fossiele bedrijven, en de bank erkent eindelijk dat ze moeten stoppen met het financieren van vloeibaar gasfabrieken. Precies de dingen die wij vanaf het begin al hebben geëist, en die ING altijd heeft ontkend – tot nu. Daarmee is de route naar een fossielvrij ING ingezet. Tegelijkertijd staat de bank nog maar aan het begin van de reis met de miljarden die nog steeds naar fossiel gaan. We duiken daarom dieper in op de stappen die ING zet, en waar de problemen zitten.
Stap 1: ING stopt (een beetje) met financiering van vloeibaar gas
Dit houdt het in:
De grootste stap die ING zet is: het uitsluiten van projectfinanciering voor (de uitbreiding van) LNG-exportterminals vanaf 2026. Een hele mond vol. De afgelopen jaren was ING een van de grootste financiers van vloeibaar gasfabrieken (LNG-exportterminals) over de hele wereld, vooral in de VS. In deze fabrieken wordt het gas vloeibaar gemaakt door het extreem koud te maken, zodat het minder ruimte inneemt en in grote tankers over de wereld verscheept kan worden. Vloeibaar gas is vaak nog schadelijker dan kolen en veroorzaakt ernstige gezondheidsschade voor omwonenden (lees er hier meer over). Door deze financiering stop te zetten, geeft ING toe dat deze ‘nieuwe’ gasfabrieken de klimaatcrisis verergeren.
Hier zijn we blij mee:
ING is de eerste bank wereldwijd die de financiering van deze fabrieken beperkt. Dat is een overwinning voor omwonenden, voor ING fossielvrij en voor de Nederlandse klimaatbeweging. Onze acties werken. In het buitenland is er daarom ook positieve aandacht geweest voor de stap van ING.
Dit vinden we niet goed:
Het welbekende addertje onder het gras? ING gaat dit allemaal pas doen in 2026. Als resultaat kunnen ze tot volgend jaar nog volop deze fabrieken financieren – en uiteraard staan er genoeg fossiele projecten in de rij die geld zoeken (een geheel overzicht vind je hier).
Dit moet worden uitgebreid:
De stap beperkt zich specifiek tot vloeibaar gasprojecten. De bedrijven achter die projecten kunnen na 2026 alsnog nog bij de ING terecht voor algemene financiering (dit is geld dat niet voor één specifiek project wordt gebruikt). Een handige en bekende sluiproute voor fossiele bedrijven om alsnog geld voor hun olie- en gasinfrastructuur los te weken.
Het is natuurlijk nog de vraag hoe het beleid uiteindelijk uitgewerkt wordt, maar zoals het er nu naar uitziet gaat het rekensommetje als volgt: van de 8 miljard euro van ING’s huidige vloeibaar gasportfolio, zal slechts 3 miljard echt stoppen. Conclusie? ING blijft dus nog wel even cashen op vloeibaar gas, een van de meest winstgevende fossiele bronnen, ten koste van mensen en het klimaat.
Stap 2: ING financiert geen bedrijven meer die al hun inkomsten uit olie- en gaswinning halen
Dit houdt het in:
De tweede en kleinere stap is dat ING bedrijven uitsluit die (bijna) al hun inkomsten halen uit olie- en gaswinning, zogenaamde ‘pureplay-bedrijven’. Dit geldt voor zowel projectfinanciering als algemene leningen en obligaties. Dat klinkt heel goed, vooral omdat ING tot nu toe altijd ontkende dat ze hiermee moesten stoppen.
Hier zijn we blij mee:
Deze stap is klein, maar niet niks. Het signaal dat ING nu voor het eerst algemene leningen en obligaties voor bepaalde fossiele bedrijven uitsluit, betekent dat de druk op álle fossiele bedrijven toeneemt. Hopelijk gaan dezelfde regels binnenkort ook voor hen gelden. Bovendien staan er tussen de ‘pureplayers’, bedrijven die enorme schade aanrichten. Santos, bijvoorbeeld, is zo’n bedrijf dat in Australië en de Pacifische eilanden carbon bomb-projecten uitvoert (en waar wij veel aandacht aan hebben gegeven).
Dit vinden we niet goed:
De bedrijven die zich volledig richten op olie- en gaswinning zijn (relatief) klein en weinig in aantal. Een fossiele reus als BP, dat veel meer aan olie- en gaswinning doet dan kleinere bedrijven, kan nog steeds geld lenen bij ING. BP heeft namelijk ook andere activiteiten zoals transport en opslag, waardoor ze niet direct hun grootste inkomsten uit olie- en gaswinning halen. Zo staan ze niet in de boeken als een ‘pureplay-bedrijf’. Het is dus nog de vraag hoe groot de impact zal zijn om alleen de geldkraan dicht te draaien voor deze kleine, ‘pureplay’ bedrijven. Al helemaal omdat ING geen definitie heeft voor wat een ‘pureplay’ bedrijf is.
Dit moet worden uitgebreid:
Het nieuwe beleid moet veel verder gaan. Alle bedrijven die blijven inzetten op olie- en gaswinning, ook fossiele reuzen zoals BP en Exxon, moeten worden uitgesloten. ING zegt pas in 2040 te willen stoppen met het financieren van ook deze ‘upstream’-projecten. Dat is veel te laat. Er is geen enkele ruimte meer voor nieuwe olie- en gaswinning, maar met deze financieringen blijft ING boren naar olie en gas nog tientallen jaren mogelijk maken.
Wat mist er nog meer in ING’s nieuwe klimaatbeleid?
De fossiele industrie wordt ook ondersteund door veel midstream-projecten. Deze projecten zijn verantwoordelijk voor transport en opslag, denk bijvoorbeeld aan LNG-terminals, pijpleidingen, etc. Voor bedrijven die midstream fossiele infrastructuur bouwen is er überhaupt nog geen einddatum aangekondigd. ING moet nu stoppen met alle financiering (projectfinanciering, algemene leningen en obligaties) voor deze midstream-bedrijven, niet alleen vloeibaar gasbedrijven zelf.
Tot slot, ING moet niet alleen stoppen met het financieren van fossiele bedrijven, ze moeten ook veel meer investeren in hernieuwbare energie. Op dit moment gaat van elke euro die ze aan energiebedrijven lenen, slechts 25 cent naar hernieuwbare energie, de rest gaat naar fossiel. Volgens internationale doelen moet dit 6 euro zijn voor elke euro die naar fossiel gaat. Ze hebben dus nog een lange weg te gaan.
Als eerste op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen rondom ING en onze acties? Stap in het Telegram-kanaal