Pensioenfonds ABP krijgt veel kritiek te verduren op hun beleggingsbeleid. Vanuit alle beroepsgroepen waar het voor werkt – vanuit de universiteiten, waterschappen, gemeentes en het onderwijs – geven deelnemers aan dat ze willen dat ABP investeert in een leefbare toekomst, en niet in fossiele bedrijven die de motor zijn achter de klimaatcrisis. Meer dan 400 ABP-deelnemers stuurden kritische vragen naar ABP, naar aanleiding van ons rapport over het stemgedrag van ABP op aandeelhoudersvergaderingen. ABP stuurde deze mensen een reactie terug, waaruit blijkt dat ABP de kritiek wegwuift en zichzelf op het goede spoor vindt. In dit stuk analyseren wij wat ABP werkelijk zegt.

“Concrete klimaatdoelen”

ABP zegt dat het zich ook zorgen maakt over het klimaat, en daarom “concrete klimaatdoelen” heeft gesteld. De CO2-reductiedoelstellingen die ABP heeft gesteld zijn echter niet getoetst aan het Parijs-akkoord, en moeten veel ambitieuzer. Op vragen hoe de reductie zich verhoudt tot doelen van het Parijs-akkoord antwoordt ABP niet. Ook is het belangrijk om te realiseren dat ‘scope 3’ niet wordt meegenomen in de reductiedoelstellingen van ABP. Simpel gezegd betekent dit dat de eigen uitstoot van bedrijven als Shell wel wordt meegeteld, maar de uitstoot van de klanten van Shell niet (zoals het daadwerkelijke verbranden van benzine door auto’s). Op die manier kan ABP in oliebedrijven blijven investeren, terwijl het toch de eigen reductiedoelstellingen haalt. 

“Geleidelijke en stabiele energietransitie”

ABP zegt zich zorgen te maken over het klimaat, maar toch blijft het inzetten op een “geleidelijke en stabiele energietransitie”. Dit klinkt wellicht mooi, maar we weten dat dat we juist een snelle transitie nodig hebben om een veilige en stabiele leefomgeving te behouden. Juist klimaatverandering leidt tot impactvolle en desastreuze gebeurtenissen als overstromingen, hitterecords, bosbranden en droogte. We zouden vanaf nu elk jaar meer dan 7 procent minder broeikasgassen moeten uitstoten tot 2030, om onder de 1,5 graad te blijven. Dat vereist een grote maatschappelijke verandering. Door te blijven praten over een “geleidelijke en stabiele transitie” erkent ABP nog steeds niet de de urgentie van de klimaatcrisis. 

Actief engagementbeleid”

Ook blijft ABP trots op het “actieve engagementbeleid” dat het zou voeren. Zo geeft ABP aan dat ze de belangen verkopen van bedrijven die niet meedoen aan de energietransitie. Het probleem is alleen dat ze dit nauwelijks doen, en ook in bedrijven blijven investeren wiens plannen niet in lijn zijn met het Parijs-akkoord. Bijvoorbeeld: ABP benadrukt graag dat ze uit het Koreaanse Nutsbedrijf Kepco zijn gestapt, wat een relatief klein belang was van een paar miljoen. Maar ze antwoorden bijvoorbeeld niet op vragen over de 625 miljoen aan beleggingen in ExxonMobil en Chevron – twee Amerikaanse oliereuzen die het komende decennium alleen méér gas en olie willen opboren, en minimale investeringen in hernieuwbare energie doen.   

“ABP stemt 80% voor klimaatresoluties

Op de vraag waarom ABP meestal tegen klimaatresoluties bij fossiele bedrijven stemt komt geen overtuigend antwoord. ABP verwijst naar een rapport van ShareAction waarin staat dat ABP in 80 procent van de gevallen klimaatresoluties steunt. Onze analyse is voor een groot deel op dit rapport gebaseerd. Het grootste verschil is dat wij specifiek hebben gekeken naar het stemgedrag van ABP bij kolen-, olie-, en gasbedrijven. Het verschil? 

  • ABP steunt 22 % van de “Paris Alignment-resoluties” bij fossiele bedrijven.
  • ABP steunt 45 % van alle klimaatresoluties bij fossiele bedrijven.
  • ABP steunt 95 % van de klimaatresoluties bij overige bedrijven.

Juist bij fossiele bedrijven – die de grootste omslag moeten maken – stemt ABP dus vaak tegen. ABP geeft hier geen verantwoording over. 

“Resoluties voegen niets toe”

Het antwoord van ABP is dat ze “resoluties niet steunen als ze niets toevoegen, of onduidelijk zijn”. Uit onderzoek van Climate Action 100+, een groep waar ABP zelf onderdeel van is, blijkt dat geen enkel oliebedrijf zijn beleid in lijn met Parijs heeft gebracht. In resoluties die door aandeelhouderscollectief Follow This worden ingediend, worden fossiele bedrijven als Shell en Total opgeroepen om dit wel te doen. Deze resoluties zijn concreet en helder. Het feit dat ABP deze resoluties niet steunt laat zien dat het pensioenfonds juist een remmende factor is in de noodzakelijke transitie.

In een radio-interview bij BNR wordt Annette Mosman, de nieuwe topvrouw van APG die namens ABP het pensioen uitvoert, kritisch doorgevraagd waarom het geen steun heeft gegeven aan de klimaatresolutie bij Shell. Hier komt de aap uit de mouw. Annette Mosman benadrukt dat APG belegt met pensioen-euro’s, dus dat ze naast het criterium duurzaamheid ook naar risico, rendement, en kosten moeten kijken. Met andere woorden: APG wil niet te veel eisen van oliebedrijven, omdat dan het rendement onder druk komt te staan. Duurzaamheid is belangrijk, tot het de portemonnee raakt. 

Dit is een enorm kortzichtige kijk op de energietransitie, want klimaatverandering leidt juist tot grote financiële risico’s. Maar het laat ook zien waarom pensioenfondsen niets te zoeken hebben bij oliebedrijven. Als de energietransitie slaagt, dan maken pensioenfondsen fors verlies op hun beleggingen in fossiel. Maar als we de macht van de fossiele industrie niet beteugelen en de transitie niet maken – met desastreuze gevolgen voor mensen wereldwijd – verliezen we een leefbare wereld. Investeren in fossiel leidt altijd tot verlies. 

“Perspectief van deelnemers is belangrijk”

ABP en APG benadrukken dat zij begrijpen dat deelnemers duurzaamheid belangrijk vinden. Volgens Annette Mosman mogen zij dat “vanuit hun perspectief vinden”, maar “het is aan ABP om uit te leggen wat de verantwoordelijkheid is van het pensioenfonds, en waarom het de keuzes maakt zoals het maakt”. Het is dan weer aan ons om duidelijk te maken dat deze keuzes onacceptabel zijn en dat we willen dat ons pensioengeld wordt geïnvesteerd in een leefbare wereld.

We weten inmiddels dat ABP niet vanzelf luistert naar deelnemers. We moeten dus luider van ons laten horen. Hoe? Schuif aan bij onze meet-up op 6 april en denk mee.

FacebookTwitter