“Als je een vis vangt met een misvormde kaak of zonder kieuwen, zou je hem dan opeten?” zegt Tom McDonald in The New York Times. “Natuurlijk niet.’” De bioloog en Ktunaxa-leider was gevraagd naar de impact van watervervuiling op zijn leven. Het betekent verlies van voedsel, maar ook méér dan dat, benadrukt Tom. “Het water is praktisch heilig voor ons. En het vissen verbindt ons met onze cultuur en aan deze plek.”
Deze plek, dat zijn de Rocky Mountains, op de grens tussen Canada en de VS. Zes gemeenschappen van zo’n 2.000 oorspronkelijke bewoners vormen hier de Ktunaxa Nation. Het uitgestrekte berggebied is een lust voor het oog, maar ook de locatie van vijf kolenmijnen.
Tientallen jaren heeft mijnbedrijf Teck hier complete bergtoppen afgegraven, met ernstige watervervuiling en afname van vispopulaties tot gevolg. En al net zo lang spannen de Ktunaxa en anderen zich in om Teck en de Canadese overheid hun verantwoordelijkheid te laten nemen. Het heeft geleid tot internationale aandacht en torenhoge boetes. Sinds juni 2024 is er een nieuwe eigenaar: Glencore, een Zwitsers bedrijf dat veel controverses aan zich heeft kleven. “Glencore’s reputatie is heel zorgwekkend”, zegt Tom McDonald.
ING Bank is financier van zowel Teck Resources Limited als Glencore en pompte tussen 2016 en juni 2023 ruim 4 miljard dollar in de bedrijven.
ING en Canadese kolenmijnen
Dat ING Bank Glencore en Teck financiert is opvallend, aangezien ING heeft beloofd eind 2025 bijna helemaal gestopt te zijn met financiering van steenkool. Maar de bank heeft een sluiproute gebouwd in hun steenkoolbeleid: bij het financieren van bedrijven knijpen ze een oogje dicht voor steenkool dat gebruikt wordt voor staalproductie. Maar of je nu kolen verbrandt voor energie of staal; de klimaatimpact is hoe dan ook enorm. De staalindustrie is verantwoordelijk voor 11% van de mondiale Co2-uitstoot.
ING zegt nieuwe kolenmijnen voor staal niet direct te financieren, maar onder hun huidige beleid kunnen ze nog wel bedrijven als Glencore in het algemeen financieren. Er staat Glencore vervolgens niets in de weg om dat geld voor steenkool te gebruiken. Ook hielp ING Glencore in maart 2024 om 500 miljoen euro bij elkaar te krijgen. Glencore hoeft dat bedrag pas in 2054 terug te betalen, dus het bedrijf kan nog jarenlang doorgaan met vervuilen.
Zwarte sneeuw
De groepen die strijden voor schone lucht en water zijn divers: het zijn vertegenwoordigers van de Ktunaxa Nation, maar ook andere inwoners van het gebied, vissers, wetenschappers en medewerkers van ngo’s. Een van hen is Randal McNair. Deze energieke vijftiger is oud-burgemeester van Fernie, een snel groeiend stadje in Elk Valley, en werkt nu voor natuurorganisatie Wildsight.
“Fernie ontstond in 1898, samen met de kolenmijnbouw. Het mijnen begon ondergronds, maar eind jaren 60 gingen ze bovengronds en werden hele bergtoppen met explosieven weggeblazen. Met grote graafmachines werden de resten afgegraven en gedumpt in valleien in de buurt. Mensen komen hier graag voor de schitterende natuur, maar even verderop liggen dus vijf mijnen.”
De steden dicht bij de mijnen hebben veel last van stofwolken van kolen en rotsen, vertelt Randal. “Als je van Fernie naar Sparwood rijdt, zie je van een afstand een enorme laag bruine smog over het stadje. Het klopt niet met elkaar: je rijdt tussen prachtige bergen en plotseling is er deze smogwolk. En als je dichterbij komt, zie je de mijn, de bron van die vervuiling. Het bedekt auto’s en huizen, niemand kan de was buiten hangen.”
De vervuiling valt niet altijd direct op in het mooie berglandschap, maar het is er wel. “Als mensen hier gaan skiën, graven ze eerst een kuil in de sneeuw om te checken hoe stabiel die is. Al gravend kom je dan vaak ineens zwarte lagen mijnstof tegen. En ook de rivieren zijn hier prachtig, maar schijn bedriegt: ze zijn vervuild met iets wat je niet ziet of ruikt.”
Selenium
Een belangrijke watervervuiler is selenium. Deze stof zit in de rotsen, vlak bij de kolenlagen. Als bergen worden afgegraven en het rotspuin wordt gedumpt, dan lekt het selenium daaruit. Regen en sneeuw spoelen deze en andere vervuilende stoffen naar de rivieren. Dat proces is al jaren aan de gang. “Als er te veel selenium in een vissenlichaam zit,” vertelt Randal, “tast het hun vruchtbaarheid aan. Er zijn niet minder vissen omdat ze doodgaan, ze worden simpelweg niet meer geboren. Sommige onderzoeken schatten het aantal niet-geboren vissen op anderhalf miljoen per jaar.”
Teck heeft wel wát gedaan, zegt Randal: het mijnbedrijf betaalt hier en daar voor het reinigen van water, en vergoedt de kosten van het flessenwater dat sommige inwoners al jaren genoodzaakt zijn te drinken. “Maar dan ben je pleisters aan het plakken. De hoofdoorzaak is de manier waaróp er wordt gemijnd. Er zijn ook methodes waarbij je rotspuin niet in de open lucht stort, maar het inpakt zodat het minder in aanraking komt met lucht en water. Maar ja, dumpen is het goedkoopst.”
Bovendien heeft Teck geprobeerd de wettelijke standaarden voor seleniumvervuiling in hun voordeel te versoepelen. En de overheid heeft daarbij opvallend slappe knieën. Een groep wetenschappers waarschuwde in 2020 dat Teck met zijn vergunning 65 keer meer gevaarlijke stoffen mag lozen dan goed is voor vispopulaties. Een andere wetenschapper beschuldigt de (lokale) overheden ervan dat ze bewust slecht toezicht houden op Teck.
In 2021 kreeg Teck een recordboete van 40 miljoen euro opgelegd voor vervuiling van de rivier Fording. Teck erkende ook schuld. De rechter noemde het bedrag ‘een aanzienlijke afschrikking’. Maar het mijnbedrijf, met een brutowinst van 2,7 miljard euro in 2023, betaalde gewoon en ging verder met vervuilen. “We blijven de impact zien, zelfs meer dan 100 kilometer stroomafwaarts van de mijnen”, schrijft Ktunaxa-leider Gary Aitken. “We zien onze rivier lijden terwijl de toezichthouders erbij staan en toekijken.”
Het is nog onduidelijk wat er zal gebeuren nu Glencore de mijnen overneemt. Maar het gedrag van het bedrijf in het verleden voorspelt niet veel goeds.
Verzet
Toch zijn er wel positieve ontwikkelingen. Ktunaxa Nation, Wildsight en andere organisaties proberen al ruim tien jaar te bereiken dat IJC (een Canadees-Amerikaanse commissie voor grensoverschrijdende problemen) een onderzoek start en met oplossingen komt. En dat lijkt eindelijk in beweging te komen: in maart 2024 hebben de twee regeringen IJC opdracht gegeven om onderzoek te doen en binnen twee jaar met een actieplan te komen. Inmiddels zijn er commissies voor gevormd, waaraan ook afgevaardigden van de Ktunaxa Nation deelnemen.
Ook de Canadese overheid lijkt zich wat actiever op te stellen. In juli 2024 dienden ze een aanklacht in tegen Teck voor het vervuilen van twee visrijke waterwegen in British Columbia.
Als je het aan Randal vraagt, komen deze ontwikkelingen geen dag te vroeg. “Dit gebied in de Rockies noemen we de kroon van het continent. Het is een van de belangrijkste ecosystemen in Noord-Amerika. Het heeft meer waarde dan alleen die van grondstoffen. Ik denk dat we niet altijd doorhebben dat wat weg is, voor altijd weg is. Deze plek moet beschermd worden.”
—
Wil je ook je steun uitspreken voor Randal en al die andere mensen wereldwijd die hun omgeving vernietigd zien worden door ING's fossiele financiering? Kom dan op 12 februari naar onze demonstratie in Amsterdam, die onderdeel is van een wereldwijde actiedag: 'ING, stop breaking our hearts!'